Zie ook:

  • Lezen

  • Boeken

  • Leeslogs december 2004

    Woensdag 1 december

    Uitgelezen:

    Calvino - Zes memo’s voor het volgende millennium
    Ondanks de beknoptheid - volgens Calvino een literaire deugd - het intussen klassieke boekje nooit gelezen. Helaas ging de schrijver voortijdig dood, waardoor een paar stukken die wel waren voorzien niet zijn geschreven, of niet meer dan verzameling aantekeningen zijn gebleven. Ondanks dat: wat overblijft is een prachtige poëtica van een van de grootste Italiaanse schrijvers van de vorige eeuw. Door sommigen afgedaan als representant van een intussen hopeloos verouderde avant-garde. Zijn experimenten met narratieve conventies waren dermate postmodern dat zijn reputatie daar nu onder lijdt, zoals alle moderniteit van gisteren eerst grondig uit de mode moet raken voordat het voor herwaardering in aanmerking komt.

    In het geval van Calvino is dat zeer te hopen. Ondanks zijn eigenzinnige opvattingen over waar goede literatuur aan moet voldoen (lichtheid, snelheid, exactheid, zichtbaarheid, veelvoudigheid en consistentie), zou eigenlijk iedereen die zelf weleens een tekst schrijft dit boekje moeten raadplegen, niet in de laatste plaats vanwege Calvino’s gelukkige hand van citeren uit andermans werk.

    In behandeling:

    Plinius - De wereld
    Zoals je een encyclopedie niet integraal leest, zo doe je dat ook niet met De Wereld van Plinius. Prachtig boek, maar je moet het lezen ervan doseren. Een bescheiden dagelijks dosis volstaat. Voorlopig zal het niet uit deze log zijn verdwenen.

    Aan te raden zijn de hoofdstukken over geneeskunde (een zalf van wilde zwijnengal is een aanbevolen afrodisiac), antropologie ("sommige vrouwen krijgen kinderen die altijd op henzelf lijken"), kunst (Piramides vormen een "nutteloos en dwaas vertoon van rijkdom" en geografie ("als alles bij elkaar is opgeteld zal glashelder blijken dat Europa van de gehele aarde een derde deel is.").

    Marcel Proust - In de schaduw van de bloeiende meisjes
    Ook Proust moet je doseren, dan smaakt de recherche optimaal.

    Op stapel:

    Ernesto Sabato - Over helden en graven
    Mij warm aanbevolen. In een woord vooraf verontschuldigt Sabato zich. Hij kan niet anders schrijven dan hij doet. "Reeds vanaf mijn puberteit was ik gedwongen dit soort onbegrijpelijke verhalen te schrijven." En even verderop: "In de dertien jaar die voorbijgingen, bleef ik dat duistere labyrint verkennen dat naar het centrale geheim van ons leven leidt." Het zijn typeringen van het schrijverschap die iedereen die schrijft herkent. Het schrijven is dwangmatig, de manier waarop laat zich nauwelijks sturen, er opent zich een wereld voor je die onmogelijk aan je eigen verbeelding kan zijn ontsproten (zo geloof je althans) en het labyrint dat zich ontvouwt brengt je dichter bij je eigen geheim. Dat mag hooggestemd klinken voor sommigen onder u, maar ik herken me er erg in. Voor de duidelijkheid: het gaat hier niet om literaire kwaliteit, maar om de particuliere functie die schrijven kan hebben. Die functie is tamelijk universeel, zo blijkt, maar het proces kan zowel prachtige als onverteerbare kunst opleveren. Je kan je eigen geheim benaderen in een limousine en met een stepje. Alleen in het eerste geval heeft ook iemand anders iets aan je zoektocht door het labyrint.

    Ben zeer benieuwd naar dit boek. Vooral naar Rapport over blinden. Zodra de woorden blind en ziener in één adem worden genoemd denk ik aan Borges, en dan ben ik bij voorbaat al vol aandacht. Bovendien blijkt de Argentijnse Sabato bevriend geweest te zijn met de Poolse schrijver Witold Gombrowicz (die een groot deel van zijn leven in Argentinië doorbracht). Die Sabato moet wel een interessant schrijver zijn!

    Peter Terrin - Blanco
    Niet alleen warm aanbevolen, maar ook cadeau gekregen (Daphne bedankt!). De eerste pagina’s zijn meteen al mooi. "Af en toe bereikte hem een zweem van vrouwenparfum, sterk en fleurig, waarin kinderen zich jarenlang geborgen en veilig waanden." Als iets de herinnering aan geborgenheid kan oproepen, dan is het wel parfum. Het maakt elke winkelstraat en elke drukke bus tot een doos van Pandora.

    Zaterdag 11 december

    Uitgelezen:

    Peter Terrin - Blanco
    Terrin slaagt er in het predikaat beklemmend van een geheel nieuwe gevoelswaarde te voorzien. Ik kreeg het fysiek benauwd bij het lezen van dit boek. Je zou zeggen dat het in dat geval een gruwelijk boek moet zijn, maar dat is zeker niet het geval. Was het maar gruwelijk! Het is beklemmend op een manier die je de adem afsnijdt.

    In het kort: de vrouw van de hoofdpersoon, een celbioloog, wordt vermoord, en we volgen de wederwaardigheden van hem en zijn tienjarige zoontje Igor in het jaar dat op haar dood volgt. De vader draait door, verstikt zijn zoontje in een poging hem te beschermen tegen de boze wereld. Dat gegeven is op zichzelf tragisch, maar staat nog niet garant voor beklemmend proza. Die beklemming bewerkstelligt Terrin door zijn manier van vertellen. Geserreerd, onderkoeld, trefzeker, met oog voor detail. Een paar voorbeelden: ‘In de kamer was het volledig stil geworden, op zijn broekriem na, die bij elke ademhaling kraakte als het dek van een deinend schip’. ‘Alsof deze ruimte hun te laag was, drukten alle ballonnen zich met hun wang tegen het plafond’. Een taxichauffeur karakteriseert hij ergens als ‘een schuchter man die zich schuilhield in de behaaglijkheid van zijn overgewicht’. De gekozen beelden dragen steeds bij aan de sfeer van dit boek, voeren je mee naar dat onvermijdelijk einde waarvan je weet dat het zal komen maar dat je het liefst zo langzaam mogelijk nadert.

    Heinrich Heine - De harzreis
    Verschenen in 1975 in de serie Privé Domein van de Arbeiderspers, de onvolprezen egodocumentenserie die de laatste jaren zo op drift is geraakt.

    In 1974 was het 150 jaar geleden dat Heine zijn wandeltocht door het Duitse Harzgebergte had gemaakt en journalist Martin van Amerongen reisde hem na. Het verslag van die reis is toegevoegd aan de vertaling van het boek van Heine.

    Waarschijnlijk bestaat er geen ander boek uit 1824 dat nog zo fris is als dit van Heine. Het is binnen zijn oeuvre geen meesterwerk, maar zo aanstekelijk geschreven en met zoveel humor dat je er wel voor moet vallen.

    Als er een prijs bestond voor Meest Vileine Dode Duitse Dichter, een prijs die stellig zou moeten bestaan, dan zou Heine de eerste editie onmiskenbaar winnen. Over dichter August von Platen merkt hij op dat hij in zijn woonplaats München ‘bij al zijn kennissen zeer beroemd is en waar hij ongetwijfeld, zolang hij leeft, onsterfelijk zal zijn’. Een literair criticus uit zijn tijd noemt hij ‘een tweeslachtige veinzer, half haas, half windhond, een politieknecht - grof en winderig tegelijk’. En universiteitsstad Göttingen typeert hij als volgt: ‘De fraaie stad is op zijn aangenaamst als men er met de rug naar toe staat’. Heine is een begenadigd schelder en één van de beste polemisten van zijn tijd. De Tucholsky van de negentiende eeuw. Misschien is het juist die vileine toon die zijn proza zo fris houdt.

    Meer elders. Herfst 2005 besteedt literair tijdschrift De Tweede Ronde een themanummer aan de Harz.

    In behandeling:

    Plinius - De wereld
    De recensent van De Groene Amsterdammer, het weekblad dat nooit eerder zo uitverkocht raakte als deze week, merkte op dat het boek van Plinius aanzet tot eindeloze citeerzucht. Ik kan dat alleen maar beamen. Soms is hij zelfs onverwacht, ja misschien zelfs onbedoeld poetisch: ‘Werkelijk, in de ogen woont de ziel. Ze gloeien, staren, worden vochtig, knipperen, en er vloeien tranen van medelijden uit. Als we ze kussen lijken we de ziel zelf aan te raken; ze zijn de bron van tranen en beekjes die over ons gezicht stromen. Wat is dat voor vocht dat bij verdriet zo rijkelijk en bereidwillig vloeit en waar is het de rest van de tijd?’ En zo zou ik nog even door kunnen gaan. Zoals gezegd: voorlopig verdwijnt dit boek niet uit deze leeslog.

    In hetzelfde hoofdstuk blijkt Plinius overigens ook nog te verwijzen naar Borges: ‘diep nadenken (maakt) blind, want het gezichtsvermogen wordt dan naar binnen geleid’.

    Ernesto Sabato - Over helden en graven
    Wat ons bij de anti-Borges brengt. Die kwalificatie is niet van mij, maar van Argentijnse critici. Sabato is weliswaar beďnvloed door de stijl van Borges, maar hun inzichten zijn zo verschillend dat ze klaarblijkelijk antipoden waren. Eerlijk gezegd ben ik nog niet ver genoeg doorgedrongen in dit boek om die stelling op juistheid te kunnen beoordelen.


    © copyright 2004 Jeroen van Kan