Zie ook:

  • Wat is dit?

  • Mobiel bellen

    Japanse handleiding "Als je echt belangrijk bent, ben je nooit bereikbaar" merkte cabaretier Youp van ‘t Hek op toen de mobiele telefoon nog maar net aan zijn opmars begonnen was. Toen was het apparaat een statussymbool. De bezitter ervan was rijk. Intussen is dat radicaal veranderd. Het is niet meer de door Van 't Hek belachelijk gemaakte patser die een mobiele telefoon bezit. Het apparaat is gedomesticeerd. Vooral een apparaat voor de onbelangrijke man. Belangrijke mannen zullen altijd onbereikbaar blijven, welke communicatierevolutie zich ook zal voordoen. Dat is het voorrecht van belangrijk zijn.
       Het bezit van een mobiel toestel is sociale dwang geworden. Wie er niet over beschikt plaatst zichzelf buiten de sociale orde. Het niet hebben van zo’n apparaat is een statement. Je komt onherroepelijk terecht in het kamp van degenen die weigeren deel uit te maken van de wereld van de permanent bereikbaren. Zo repressief kunnen nieuwe vindingen zijn, dat ze degenen die zich aan het gebruik ervan onttrekken tot buitenstaander maken. Tot tegenstander soms zelfs, want het afwijzen van het nieuwe instrument kan nooit anders zijn dan verzet. Zoals het niet hebben van een televisie ook nooit gezien wordt als een toevalligheid, maar altijd als een afwijzing van consumentisme en plat vermaak. Zelfs het meest onschuldige niet-handelen kan je tot tegenstander maken.
       Onbereikbaarheid is een zonderling fenomeen geworden. Iets voor ouderen en geestelijk minder bedeelden. In onze nieuwe wereld is iedereen altijd bereikbaar. Het bezit van een mobiele telefoon is geen keuze meer maar dwang. Wie niet permanent bereikbaar is mist opdrachten, hoort pas veel later wat wie heeft beslist en waarom, verneemt het nieuws pas bij thuiskomst van het antwoordapparaat. Een luxe kortom die je je alleen kunt veroorloven als je echt belangrijk bent.
       Ondertussen vormt de mobiele telefoon een enorme inbreuk op ons dagelijks leven. Wie z’n toestel uitzet voelt zich voortdurend schuldig en denkt iets belangrijks te missen, wie niet opneemt voelt zich even schuldig en kan het toch niet laten degene die heeft gebeld alsnog terug te bellen. "Belde jij me net? Ja, ik stond net bij de kassa". De tijd dat niemand wist waar je was is voorbij. De tijd dat onbereikbaarheid nog gemeengoed was is over. Overal waar je gaat krijg je diezelfde vraag: "Waar ben je nu?" Het is de meest gestelde mobiele vraag, en tegelijk ook de meest benauwende.

    Boomerang kaart Je kunt tegenwerpen dat de mobiele telefoon ook z’n voordelen heeft. Het is ons bijvoorbeeld voor het eerst in de geschiedenis vergund permanent in contact te staan met ons sociale netwerk. Waar we ook zijn, we zijn met een onzichtbare draad verbonden met dat hele stelsel van familie en vrienden waar we deel van uitmaken. Op elke gewenste plek kunnen we communiceren met onze geliefde, onze bejaarde vader of moeder, en onze buurvrouw inlichten over hoe heet de melk mag zijn die in de fles gestopt moet worden. Wat een zege!
       Dat sociale netwerk is weliswaar permanent toegankelijk geworden voor ons en niet meer geketend door fysieke beperkingen, maar die permanente beschikbaarheid tast datzelfde netwerk niettemin aan. Een paar telefoontjes met moeder volstaan. Je hoeft er niet meer langs. Koffie drinken met de buurvrouw hoeft niet zonodig, je kunt het gebruik van de bijgeleverde luiers ook heel goed uitleggen terwijl je in de file staat. In de mobiele wereld is filetijd quality time. Een groot deel van je sociale leven speelt zich daar in af. "Zo gezellig bijgekletst met Karin!" Het scheelt koffie, het scheelt tijd, het scheelt gedoe.
       Je zou een hele studie kunnen wijden aan het verschil tussen leven in het mobiele tijdperk en leven in het tijdperk daarvoor. Twee werelden. Zoals alle ingrijpende uitvindingen is ook deze onmiddellijk ingeburgerd, kan niemand zich een wereld zonder meer voorstellen. Juist die vanzelfsprekendheid vertroebelt. Hoe ingrijpend onze nieuw bevochten mobiliteit ons leven heeft veranderd onttrekt zich aan het zicht juist omdat het fenomeen zo snel om zich heen heeft gegrepen.


    © copyright 2004 Jeroen van Kan