Eerenbeemt, M. van der | "Bij nader inzien". In: Folia, 5-4-1991 | ||||||||||
Fontijn, Jan | 'Identiteit'. In: Vrij Nederland, 23-02-1985 Een citaat: [uit een interview met J.J. Voskuil:] ''Seks is niet het probleem in het boek. Het probleem is: vrienden, wat doe je er mee. Hoe ver gaat vriendschap? Nou vriendschap betekent niets: dat is de boodschap van het boek.'' | ||||||||||
Fransen, A. | De zuilen van de vriendschap. Gesprek met J.J.
Voskuil". In: NRC 8-3-1985 Een citaat: ''"Genant was dat soms, dat je voor die boeren toch een wetenschapper bleef, iemand waar ze tegenop kijken en dat terwijl zo'n boer toch bezig is met veel belangrijker dingen dan wij." Het verzet tegen de vermaatschappelijking en tegen het intellectualisme, dat in deze opmerking doorklinkt, zou zo uit de mond van Maarten hebben kunnen komen, de hoofdpersoon in "Bij nader inzien", met wie Voskuil zichzelf heeft geportretteerd'' Lewin. L.
| "Het wonderlijke succes van 'n roman van 1207 pagina's:
Voskuils 'Bij nader inzien'". | In: Volkskrant 12-4-1985 Een citaat: ''Na zijn studie werd Voskuil tijdelijk vertaler in Straatsburg, bij de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. "Dat heb ik heerlijk gevonden. Het liefst had ik het mijn leven lang willen doen. Het was helemaal niet moeilijk want het zijn erg domme mannen daar. Ze praten over dingen waar ze niets van af weten. Ik merkte al gauw dat ik over economische problemen evenveel wist als zij. Twee maanden per jaar werkte ik hard, twaalf tot zestien uur per dag. Tien maanden was je thuis en kon je wandelen en Joyce lezen. Het was een prachtig leven, maar ik werd ontslagen. Ik denk dat men die vertaalafdeling a-sociale lieden vond. Men verweet mij dat ik niet genoeg Europe-minded was." Hij werd leraar aan de kweekschool in Groningen en nam na vier'maanden ontslag. "Het idee dat ik een pilaar van de maatschappij was geworden maakte me doodongelukkig, ik werd heel mager, doodmoe, verschrikkelijk. In 1956 was ik werkeloos in Amsterdam. Dat was helemaal volgens de code van de tijd waarin wij studeerden. Je hoorde je beschikbaar te houden en de maatschappij te verwerpen. Maar tot mijn stomme verbazing ontving ik daarvoor niet de minste waardering van mijn vroegere vrienden. Onze vriendschap begon af te lopen'' Meijer, H.R.
| "Bij nader inzien revisited". | In: Vrij Nederland 13-4-1991 Schouten, R.
| "Een kritische en mieterse generatie". | In: Trouw, 25-04-1985 Smit, L.
| "Het geheim van de vervallen vriendschap". | In: HN Magazine 17-8-1985 Truijens, A.
| "Honderdduizend shaggies". | In: NRC 26-4-1985 |