Een andere wereld ! Heeft Afrika daarin een plaats ? En Rwanda in het bijzonder ?

Inleiding van Victoire Ingabire Umuhosa, presidente van de Rassemblement Républicain pour la Démocratie au Rwanda op het Nederlands Sociaal Forum van 26 tot 28 november 2004 te Amsterdam

Afrika is het slachtoffer van de ontwikkeling van Europa en de Verenigde Staten van Amerika. Door middel van manipulatie, daarbij geholpen door geheime diensten, voert een aantal multinationals onafgebroken een meedogenloze oorlog om zich, tegen geringe kosten, de grondstoffen toe te eigenen waaraan ze behoefte hebben. Het is daarom dat landen die het rijkst zijn aan natuurlijke hulpbronnen, het minst bevoordeeld zijn als het gaat om veiligheid. Dat is het geval bij landen zoals de Democratische Republiek Congo ("geologisch schandaal"), Nigeria en Angola, die rijkelijk bedeeld zijn met mineralen en koolwaterstoffen (aardolie en -gas), enz.. De bevolkingen van die landen zijn het vaakst slachtoffer van inter-etnische en/of tribale conflicten, godsdienststrijd, lokale of grensoverschrijdende oorlogen.

Aan het einde van de koude oorlog werd Afrika geconfronteerd met een geopolitieke en geostrategische herschikking die gevolgen had voor haar ontwikkeling. Maar al vanaf de periode dat de Afrikaanse staten onafhankelijk werden, loerden de terugtredende neokoloniale machten op nationaal kader dat in staat was te zorgen voor ongestoorde exploitatie van natuurlijke hulpbronnen bestemd voor de Europese industrie. Staatsgrepen en moordaanslagen werden op touw gezet tegen degenen die zich niet wilden lenen aan het dictaat van de geïndustrialiseerde landen. Aldus verbreidden zich militaire dictaturen over de meeste gedekoloniseerde landen.

Onder druk van multinationals aarzelden sommige grote mogendheden niet, in weerwil van de logica van het model van beschaving en democratie dat men in eigen land hooghield, marionettenregeringen in stand te houden, zonder basis in de bevolking en daardoor gemakkelijk te manipuleren. Zo ging het met Rwanda dat het ongeluk had te liggen in de Afrikaanse economische corridor die grote begeerten oproept. Ik wil zonder omwegen stellen dat, als de Europese Unie en de USA het zouden willen, er vrede en veiligheid zouden heersen in het Gebied van de Grote Meren; bloedbaden onder de onschuldige burgerbevolking zouden niet meer plaats hebben in Afrika!

Maar is er hoop dat de Afrikanen eens zullen kunnen beschikken over hun recht op leven en de andere rechten genieten die daaruit voortvloeien? In welke mate zullen de grote mogendheden in staat zijn een daadwerkelijk partnership met legitiem en democratisch gekozen Afrikaanse regeringen te aanvaarden? Het is bitter te constateren dat al te vaak de rechten van de menselijke persoon alleen gewicht in de schaal leggen als ze samenvallen met de economische belangen van de grote mogendheden! Deze droeve werkelijkheid moet men accepteren als men koelbloedig deze problematiek van de ware redenen achter de voortdurende misdaden en de armoede in Afrika aan de orde stelt.

De politieke instabiliteit in het Grote-Merengebied

Gedreven door geostrategische belangen die beogen een ononderbroken economische corridor te vormen die Ethiopie (aan de Rode Zee) verbindt met Angola (aan de Atlantische Oceaan) hebben zekere mogendheden Yoweri Kaguto Museveni gesteund om de macht te grijpen in Oeganda. Om dit plan ten uitvoering te brengen hebben bepaalde mogendheden, onder voorwendsel een barrière op te richten tegen het oprukken van het islamitisch fundamentalisme, dat men geïncarneerd zag in Soedan - nog een land waarvan de bevolkingen het slachtoffer zijn van zijn bodemrijkdommen - het Oegandese leger omgevormd tot politiemacht van Centraal Afrika. Vanaf het moment dat Oeganda werd beschouwd als frontlijn tegen de verbreiding van het moslimfundamentalisme, is het dat de machiavelliaanse plannen in werking zijn getreden die rampspoed hebben gezaaid in onze regio. Het is nuttig eraan te herinneren dat aan het hoofd van het National Resistance Army (NRA) van Oeganda de adjunct-stafchef Fred Rwigema stond die van Rwandese origine is, en dat de verantwoordelijke van de militaire inlichtingendienst een zekere majoor Paul Kagame was, de huidige president van Rwanda.

Om zijn invloed te vergroten gaf de Oegandese president Kaguta Yuweri Museveni aanzienlijke hulp aan zijn strijdmakkers om in Rwanda de macht te grijpen. Dit maakte het voor hem mogelijk te zorgen voor de ononderbroken economische corridor waarvan hierboven sprake was. De oorlog tegen de RDCongo en de plundering van de natuurlijke rijkdommen van dat land door de Rwandese en Oegandese legers zijn hiervan een perfecte illustratie. Rapporten van de VN hebben deze plundering en dit ouderwetse kolonialisme aan de kaak gesteld, maar de belangen in diamant, coltan en ander kostbaar gesteente van de multinationals hebben steeds gepleit voor voortzetting van de steun aan deze twee krijgsheren. Door de steun die Paul Kagame en Yoweri Museveni blijven geven aan rebellenbewegingen, zal de stabiliteit in de RDC moeilijk te realiseren zijn.

De oorlog in Rwanda

De oorlog begon in Rwanda op 1 october 1990 door het tandem bestaande uit het Oegandese leger en een beweging die het had gecreëerd , genaamd het "Front Patriotique Rwandais" (FPR). De meesten van de leden daarvan zijn afstammelingen van de feodaal-monarchistische oligarchie, die de democratie hadden afgewezen evenals het resultaat van het referendum van 25 september 1961 dat een eind had gemaakt aan al hun privileges en aan hun overheersing over de productieve sectoren van het land. Deze aanval vormde het startsein voor ernstige schendingen van de mensenrechten, misdaden tegen de menselijkheid en de Rwandese genocide.

Het Rwandese conflict is in de media gepresenteerd als een etnisch conflict, terwijl het zijn wortels heeft in de ontkenning aan een deel van de bevolking van diens fundamentele recht deel te nemen in het politieke proces van hun land, een proces dat de antagonismen van de hele samenleving en de herverdeling van de beschikbare hulpbronnen reguleert. De Rwandese tragedie reduceren tot een rivaliteit tussen Hutu en Tutsi getuigt van een naief vertrouwen in de veronderstelde politieke homogeniteit binnen deze groepen. In werkelijkheid is het etnicisme geen fataliteit van de geschiedenis van Rwanda, maar het resultaat van de strijd om de macht van bepaalde hebzuchtige oligarchieen, die het behoren tot een etnische groep binnen de Rwandese samenleving instrumentaliseren om aan de macht te blijven.

De regimes die elkaar in Rwanda hebben opgevolgd tot onze dagen, hebben steeds tot iedere prijs gepoogd slecht bestuur in te stellen dat is gebaseerd op uitsluiting, discriminatie, restrictie of voorkeur gebaseerd op toebehoren tot een regionale of etnische groepering. In een land, waar geen spoor van democratie bestaat, verbergt de strijd om de macht vaak de strijd om de controle op de toegang tot de beperkte nationale hulpbronnen, alsmede op de beheersing van de mechanismen en kanalen voor de distributie daarvan binnen de maatschappij.

Zijn vrede, democratie en ontwikkeling in Rwanda mogelijk?

De oplossing van de Rwandese problemen vereist een dialoog tussen de verschillende componenten van de samenleving die leidt tot een accoord over een beter systeem om het land te besturen en over regels die moeten gelden voor het beheer van de politieke macht door institutionele arrangementen overeen te komen die iedereen gerust stellen en een gevoel van veiligheid geven.

Er kan geen sprake zijn van duurzame vrede zonder respect voor de rechten van de mens; er kan geen srake zijn van rechten van de mens zonder democratisering van de Rwandese samenleving en zonder evenwichtige onpartijdige rechtspraak die veiligheid en verzoening teweeg brengt. Marginalisering van een component van de bevolking door voortdurende schending van diens politieke, economische et sociaal-culturele rechten, die van sommige personen tweede-rangs burgers maken, zal altijd een bron van instabiliteit zijn, want het volk zal altijd strijden voor herstel in zijn volledige rechten.

Kan de Nederlandse regering Rwanda op de rails zetten?

Na Groot-Brittannie, is Nederland de grote donateur van het dictatoriale en criminele regime in Kigali. De ongeconditioneerde hulp die de Nederlandse regering verschaft aan het bloeddorstige FPR-regime is gunstig geweest voor het vestigen van goede betrekkingen tussen de twee regeringen. Het is te prijzen dat de Nederlandse regering de laatste tijd niet langer de ogen sluit voor de misdaden, die het FPR-regime onophoudelijk begaat jegens de bevolking die het geacht wordt te beschermen.

Tegenwoordig probeert de hele internationale gemeenschap een duurzame oplossing te vinden voor de conflicten die de gehele Grote-Merenregio verwoesten. Iedereen is ervan overtuigd dat een omvattende oplossing nodig is. Immers, men kan niet democratisering van Burundi en van de DRC eisen, en Rwanda buiten beschouwing laten, terwijl dit het land is dat de voornaamste brandhaard vormt die het hele Grote-Merengebied in vuur en vlam zet. Niet alleen zaait men zizanie in de RDC, maar ook in het eigen land, waar geen enkele politieke oppositie wordt getolereerd. De laatste presidentsverkiezingen waren slechts een mascarade en waren bevuild door massale fraude zoals ook het rapport van de EU-waarnemers aangeeft.

In dit kader zou Nederland als voorzitter van de EU de lidstaten kunnen vragen een gezamenlijke politiek op te stellen om het bloeddorstige regiem van Kagame onder druk te zetten, opdat dit liberalisering van het politieke leven en vrijheid van expressie aanvaardt, want in Rwanda worden allen die het niet eens zijn met de ideëen van het regime van Kagame als genocidairen geëtiquetteerd of ervan beschuldigd een genocidaire ideologie te verspreiden; en voorts dat de misdadigers binnen zijn leger en in zijn regeringsapparaat worden overgedragen aan het internationale tribunaal voor Rwanda.

Ik dank u voor uw aandacht.

Victoire Umuhosa

NSF