Brief aan de Tweede-Kamer in verband met Afrika-debat

Werkgroep Congo-Ned
2e Oosterparkstraat 215
II 1092 BK Amsterdam
Netherlands / Pays-Bas
T: (31)20 6718773

__________________________________________________________________________ ..

12 februari 2004

Aan de leden van de Vaste Commissie voor
Buitenlandse Zaken der Tweede-Kamer
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Geachte heer, mevrouw,

Terwijl de aandacht van uw Commissie naar we aannemen vooral gericht is op Irak en Afghanistan, vinden in de Afrikaanse staat Congo (DRC) allerlei ontwikkelingen plaats, die u misschien zijn ontgaan. Daar het Grote Merengebied een concentratie-gebied is voor het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking en voor Buitenlandse Zaken lijkt het ons van belang u enige recente informatie over Congo te sturen en een paar vragen voor te leggen.

Informatie:
1.Het ontdekken van een wapenarsenaal.

In Bukavu, de hoofdstad van de oostelijke provincie Zuid-Kivu, werd 3 februari jl. een grote hoeveelheid wapens ontdekt. Het ging om 65 kisten met munitie en wapens van divers kaliber die in de residentie van de gouverneur van Zuid-Kivu, Xavier Ciribanya, opgeslagen lagen. Toen de commandant van het nationale leger hier een onderzoek naar wilde instellen werden zijn manschappen door een militie van Ciribanya met een vuurgevecht geconfronteerd. Zij slaagden er echter in deze opstand neer te slaan en de munitie in beslag te nemen. (zie bijlage) De bevolking van Bukavu, geschrokken van het nieuwe wapengekletter, vreest voor een nieuwe oorlog.

De vrees voor een nieuwe oorlog in Oost-Congo is niet zo verwonderlijk daar het laatste rapport van de VN-experts voor onderzoek naar plundering van Congolese grondstoffen - met name het gedeelte dat niet officieel gepubliceerd werd - schrijft over de aanvoer van wapens uit Rwanda naar Kivu. Ook gaat het in dat rapport over trainingskampen voor Congolese milities onder leiding van Rwandese officieren. De bedoeling van Rwanda is om controle te houden over een deel van Oost-Congo, aldus de VN-experts, om zodoende bij voortduring greep te houden op de winst uit de grondstoffenexploitatie in dat gebied.

2. Het bezoek van president Joseph Kabila aan enkele Europese leiders.

In de week van 2 februari werd president Kabila achtereenvolgens ontvangen door president Chirac, door premier Blair en door bondskanselier Schroeder. Momenteel brengt Kabila nog een bezoek aan Brussel om de Belgische regering en vertegenwoordigers van de EU te ontmoeten.

Zowel het bezoek aan Frankrijk, als aan Groot-Britannië en Duitsland, zou zeer positief verlopen zijn volgens Congolese berichten en Kabila en zijn delegatie kregen alle gelegenheid zowel parlementariers als vertegenwoordigers van het bedrijfsleven van de drie landen te ontmoeten. (zie bijlage over ontmoeting met Schroeder)

Het lijkt er op dat de banden tussen Congo en deze drie Europese landen aangehaald worden, zowel economisch als politiek.

Onze vragen:

Daar we vernomen hebben dat op 10 maart in de Kamer een debat over Afrika is waarbij een notitie van Buitenlandse Zaken over het Grote Merengebied aan de orde komt rijzen bij ons de volgende vragen:

1.Terwijl het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking zegt het Grote Merengebied als één van de prioriteiten van zijn beleid te hebben, hoe komt het dan dat president Kabila wel door Frankrijk, Groot-Brittanië, Duitsland en België ontvangen wordt en niet door Nederland? Hierbij aansluitend zouden we graag weten of Nederland bereid is president Kabila te ontvangen, indien hij de wens daartoe zou hebben.

2.Terwijl de Congolese bevolking de laatste jaren mede door gevechten van Oegandese en Rwandese legers in Congo zwaar door de oorlog getroffen is, hoe is dan te verklaren dat Nederland Oeganda en Rwanda als speciale partnerlanden ontwikkelingssteun geeft en zich niet het lot van de Congolese bevolking aantrekt?

3.Wat onderneemt Nederland om militaire en politieke inmenging van Rwanda in Oost-Congo tegen te gaan?

4.Welke steun geeft Nederland aan Congo op de weg naar éénwording en naar de opbouw van een nationaal leger dat de grenzen met de buurlanden kan bewaken?

5.Wat is precies het beleid dat Nederland ten opzichte van Congo voorstaat wanneer Nederland in juli voorzitter van de EU wordt? Mogen we verwachten dat Nederland de vrede en ontwikkeling in Congo prioriteit zal geven of blijft Nederland eenzijdig de belangen van Oeganda en Rwanda verdedigen?

Een helder antwoord op deze vragen is ons inziens van wezenlijk belang voor een zinvol beleid van Nederland jegens het Grote-Merengebied en heel Centraal Afrika.

Mocht u nog vragen hebben, dan zijn we gaarne bereid u nadere informatie te geven.

met vriendelijke groet,
namens Congo-Ned

Nelly Koetsier
Yesu Kitenge II