De onrechtvaardige schuld van Congo

INLEIDING gehouden door Nelly Koetsier op het NSF, 20 mei 2006

Het gaat in deze inleiding om de volgende vragen:
Wat is eigenlijk onrechtvaardige schuld?
Wat is de oorzaak van de schuld? Of m.a.w. waartoe hebben de buitenlandse leningen van Congo gediend?
Hoe groot is de internationale schuld, die op Congo rust.
Welke middelen gebruikt de internationale financiële gemeenschap om Congo tot terugbetaling te dwingen en in de tang te houden?
En, hoe kunnen wij bijdragen aan aktie voor de Congolese bevolking?

Het begrip onrechtvaardige schuld wordt ook wel genoemd "odious debt", of in het frans "dette odieuse". Dat komt van het latijnse woord "odium", dat betekent iets wat hatelijk is, of iets wat in een slechte reuk staat. Alexander Sack, 1927, gebruikte deze uitdrukking voor het eerst en wel als volgt: "Als een diktator een schuld aangaat om zijn regiem te versterken is deze schuld odieus. Deze schuld vervalt met de val van de diktator." De schuld vervalt ook omdat de geldschieters de diktator steunden en niet de ontwikkeling van het volk op het oog hadden.

Waartoe dienden de leningen aan Mobutu:
Deze leningen die de essentie vormen van de actuele schuld van Congo hebben gediend voor het volgende (6 punten)

1. de bouw van prestigieuse en kostbare infrastructuur die tot geen nut van de bevolking waren.
Een duidelijk voorbeeld is de hydro-electrische INGA-centrale in de provincie Bas-Congo. Via INGA I moest de zuidelijke provincie Katanga van energie voorzien worden. Er werd een hoogspanningslijn van 1800 km aangelegd. Nutteloos, omdat in Katanga zelf voldoende mogelijkheden waren voor energievoorziening. Er werd een tweede dam gebouwd. INGA II voor de export van energie. Wat de bevolking betreft: ze hebben geen licht of electriciteit. De inkomsten uit de verkoop van energie verdwenen, met medeweten van de westerse geldschieters, in de zakken van Mobutu en zijn entourage. De totale kosten van het INGA-project bedroegen $ 4 miljard. Pure winst voor westerse ondernemingen.

2. het opzetten van nutteloze industrieen.
De staalfabriek van Maluku (bij Kinshasa) is hier een voorbeeld van. Deze werd gebouwd door een italiaans bedrijf. De fabriek had echter niet de juiste producten voor de lokale markt. De fabriek is gesloten; dit project heeft $ 850 miljoen gekost. Een ander voorbeeld is de door het Duitse bedrijf Klöckner geimporteerde cementfabriek, de Cimenterie Nationale voor een prijs die twee de werkelijke waarde was. Nutteloos want Congo had zelf al een cementfabriek. De Cimenterie werkt overigens niet vanwege technische problemen etc.

3. inrichten van een infrastructuur voor communicatie
Hierbij gaat het om het project van het franse bedrijf Thompson-CSF voor telecommunicatie, dat deels kapot ging. En om het prestigieuse project La voix du Zaire, dat Mobutu gebruikte om zijn toespraken per t.v. te kunnen uitzenden. Het werkte maar voor 20%.

4. fantoom-fabrieken
zoals 30 katoenfabrieken die geleverd werden door een Amerikaanse firma voor $ 7,7 miljoen. Deze zijn in de rivier gesmeten.

5. de leningen dienden ook om het buitenland met steekpenningen te vriend te houden.
Het Franse bedrijf Lazare kreeg $ 6 miljoen zogenaamd voor adviezen aan de Zairese regering. Amerikaanse Congresleden werden met grote sommen gelds omgekocht om voor Mobutu te lobbyen. De premier van Belgie, Leburton, kreeg 20 miljoen Belgische franken voor verschillende diensten. Etc…

6. tenslotte, de leningen werden gebruikt voor persoonlijke verrijking van Mobutu en zijn vrienden en voor het in standhouden van zijn veiligheidsdiensten en zijn persoonlijke garde, de DSP Ook geld voor ontwikkelingshulp stak Mobutu overigens in zijn zakken. Het fortuin van Mobutu bedroeg $ 5 miljard. Dit bevindt zich op Zwitserse banken en in verschillende villa's in Europa.

Nu wordt wel duidelijk waarom Congo tot de armste landen van de wereld behoort. We gaan nu wat op technische details in. De buitenlandse schuld liep onder Mobutu op tot $ 13 miljard. We maken onderscheid tussen de schuld aan de IFI' s en aan de bilaterale geldschieters.

De bilaterale geldschieters zijn verenigd in de Club van Parijs. Dit is een reeks van 17 westerse industrielanden en Rusland en Japan, die gezamenlijk optreden als het om schuldkwesties van arme landen gaat. De commerciele banken, waar Mobutu geld van leende, laten we voor het gemak maar even buiten beschouwing omdat het om geringere bedragen gaat,hoewel deze ook in de miljoenen lopen.

In 2004 was de schuld aan de IFI' s $ 4 miljard, die aan de Club de Paris:$6 miljard, tezamen $ 10,5 miljard. De schuld aan de IFI's was grofweg 37% en die aan de Club de Paris 62% van de totale buitenlandse schuld.

Wat is de truc die toegepast wordt door de schuldeisers om Congo in de tang te houden, net zoals andere arme landen, die HIPC genoemd worden. De truc bestaat uit de zg. herstructurering van de schuld , onder het motto: de schuld draaglijk maken.

Als een land naar het oordeel van het IMF de status van HIPC krijgt, betekent dit niet dat de schuld wordt kwijtgescholden, maar dat de internationale financiele gemeenschap zoekt naar oplossingen voor het betalen van de schuld, bijvoorbeeld door het veranderen van de voorwaarden voor terugbetaling, het verlagen van de rente etc. De schuld moet zg. draaglijk worden.

Een land dat op een of andere manier van zijn schulden af wil komen of schuldvermindering wil krijgen, heeft zich bovendien te onderwerpen aan een systeem van economisch/financiele voogdij. Men is verplicht een document uit te werken, ook wel PRSP genoemd, de Poverty Reduction Strategy Paper. In theorie moet het land daarmee duidelijk maken hoe het de armoede gaat bestrijden. Maar in werkelijkheid gaat het alleen om macro-economische aanpassing. De nadruk komt op het beteugelen van de overheidsuitgaven, het terugdringen van de inflatie, het verbeteren van de betalingsbalans etc. Het land moet zich aanpassen aan het neoliberalisme. Buitenlandse investeerders moeten zoveel mogelijk toegang krijgen.

De IFI's, die geregeld de macro-economische situatie van een arm land evalueren, geven rapporten af over de voortgang van de economisch/financiele positie van een land. Deze voortgang is over een aantal jaren verdeeld en als laatste stap kan een land de "point d' achevement", het punt van voltooiing, bereiken. Bij dat punt wordt een schuldvermindering van 90% in het vooruitzicht gesteld, niet meteen natuurlijk maar na een jarenlang proces met evaluaties.

De westerse landen, de Club de Paris, voegen zich geheel naar deze politiek van de IFI's. Deze rijke landen kunnen tijdens het proces de schulden wat gaan herschikken of wat verminderen. Helemaal van de schuld afkomen is natuurlijk niet mogelijk. De arme landen (42 stuks) hebben in totaal een buitenlandse schuld van $ 214 miljard.

Nu terug naar Congo. De huidige president Joseph Kabila heeft in 2001 opnieuw toenadering tot de internationale financiele wereld gezocht, nadat in de laatste jaren van Mobutu en onder Laurent Kabila de relatie het IMF en de Wereldbank verbroken was. Congo werd uitverkoren om een HIPC-land te worden. Het programma ter verbetering van de economie werd in Congo Peg (Programme Economique du Gouvernement) genoemd. In 2002 werd Congo zelfs toegelaten tot de eerste fase van het programma. Congo zou dan in juni 2006 het point d'achevement bereiken. Maar dit gebeurt niet. Het IMF heeft beloten dat Congo een nieuw programma moet starten, de PRC, Programme relais de Consolidation, omdat de internationale financiele gemeenschap niet tevreden is over de macro-economische prestaties van Congo.

De schuld aan de IFI' s was inmiddels weer gegroeid, tot 4 miljard, omdat Congo nieuwe leningen aanging onder vroegere leningen en rentes af te lossen. Van de club de Paris zou Congo een reductie van 90% van de schuld krijgen als Congo in 2006 aan de voorwaarden van het IMF zou voldoen, wat dus niet gaat gebeuren. Nederland heeft een schuld lopen van Euro 245 miljoen. Momenteel wordt 25% van het staatsbudget van Congo gebruikt voor rente en aflossing van de buitenlandse schuld. Op deze wijze kan Congo zich nooit vreedzaam en duurzaam ontwikkelen, wat voor regering er ook aan de macht is. Volgens de Wereldbank duurt het nog 60 jaar tot Congo het sociaal niveau van 1960 kan bereiken.

We hebben dit verhaal gehouden omdat we steun willen vragen voor de Coalition de la Dette Exterieure, CDE. Deze club van leden van de Societe civile en van werknemers in Congo, wil de strijd aangaan niet alleen tegen de schuld, maar ook tegen de roof van Congo's bodemschatten. De schuld is verwerpelijk. Degenen die deze moeten aflossen zijn de internationale geldschieters, het Westen dus, en de familie van Mobutu en haar entourage. Dat is het uitgangspunt van de CDE. De Congolese bevolking moet zelf van de rijkdommen van haar land kunnen profiteren. Daar gaat de strijd om.